Vijftien jaar geleden, op zaterdag 22 september 2001, opende
het archief officieel zijn deuren in een fonkelnieuw gebouw aan het Mariënburg.
Officieel, dat heet, bezoekers konden er toen al weken terecht, maar pas op de 22ste
was het feest. Aan de gevel hing een banier, champagne werd ontkurkt en van
heinde en verre waren belangstellenden toegestroomd. Iedereen was welkom en
iedereen, zo leek het toch, was op komen dagen. De medewerkers van het archief
spraken die dag de tanden uit hun mond. Restaurator Willemien Jansen
herinnert zich de dag daarop geen stem meer te hebben gehad.
Misschien mag het feest een ontlading genoemd worden van
alle emoties die zich in de jaren daarvoor hadden opgekropt. Hoewel de
archiefmedewerkers de noodzaak van een nieuw gebouw wel inzagen, waren zij te
zeer gehecht aan hun oude werkplek om de verandering zondermeer te aanvaarden.
Het oude archief zat in de Mariënburgkapel en het Arsenaal, twee historische
locaties die pasten bij de stukken die zij borgen, maar die weinig praktisch
waren en niet meer voldeden aan alle wettelijke eisen. Toen het gemeentebestuur
besloot om, in het kader van het Centrumplan 2000, het Mariënburg opnieuw in te
richten en twee nieuwe winkelstraten aan te leggen, viel ook het besluit het
gemeentearchief van nieuwe huisvesting te voorzien.
![]() |
Het Gemeentearchief Nijmegen in aanbouw. Bron: Regionaal Archief Nijmegen, beeldbank F67984. |
Het nieuwe archief stond niet op zichzelf, maar was met de
openbare bibliotheek en de kantoren van de sociale dienst geïntegreerd in één
gebouw. Een extra uitdaging waarvoor architect Jos van Eldonk zich zag gesteld
was de eis dat het karkas van het oude politiebureau, dat voorheen op de
locatie gevestigd was, hergebruikt werd in de constructie van het nieuwe
gebouw. De bouw verliep voorspoedig en het leek erop dat het archief, geheel
volgens de planning, al in het najaar van 2000 intrek kon nemen in zijn nieuwe
behuizing. Maar naar mate de opleverdatum naderde nam de onrust onder de
archiefmedewerkers toe, want terwijl zij alles regelden voor de verhuis had nog
geen van hen het nieuwe depot kunnen zien. Was het wel in orde? Uiteindelijk
trok Jansen haar stoute schoenen aan en bracht, vergezeld door een collega, een
bezoek aan de bouwplaats zonder dat daarvoor nadrukkelijke toestemming was
verleend.
Het nieuwe depot, voorheen de parkeergarage van de politie,
bleek doordrenkt van het vocht; tijdens de bouw was er regelmatig regenwater
ingelopen. Kwalijker nog dan dat was dat het plafond bestond uit strocement,
een bouwmateriaal vol holtes waarin schimmelcultures welig kunnen tieren. Dit
waren redenen genoeg de verhuis een paar maanden uit te stellen. Terwijl de
kelder droogde werd het plafond weggefraset. Waar het strocement niet te
verwijderen viel werd pur aangebracht en vervolgens latexverf; het bobbelige
plafond dat zo ontstond verleende het depot een grotachtig aanzien. Toen de
klus eindelijk was geklaard sprong er een waterleiding en moest de verhuis
opnieuw een paar maanden worden uitgesteld.
Op 15 mei 2001 was het eindelijk zover: het archief sloot
voor drie maanden zijn deuren en met hulp van 170 rolcontainers verplaatsten de
medewerkers van beheer, bijgestaan door een verhuisbedrijf, alle
archiefbescheiden van de ene naar de andere kant van het Mariënburg. Niet alles
liet zich op deze wijze vervoeren. De spoelbak uit de restauratiewerkplaats
paste niet door de deur en werd daarom met een hijskraan via de lichtstraat de
studiezaal in getakeld.
![]() |
De spoelbak wordt omhooggetakeld. Op de achtergrond is de Stevenstoren zichtbaar. Bron: Regionaal Archief Nijmegen, beeldbank F67971. |
Het nieuwe gebouw logenstrafte de scepsis die van tevoren
had geheerst. Van Eldonk had zijn gebouw voorzien van drie verschillende
voorgevels om de drie verschillende functies die erin waren ondergebracht te
benadrukken. Voor het archief had hij een gevel getekend met de uitstraling van
een bastion: een stevige houten deur en kleine ramen als schietgaten waarlangs belegeraars
bestookt konden worden. In zekere zin werd het publiek hiermee op het verkeerde
been gezet, want na de duistere, defensieve entree opende zich een lichte
studiezaal, waarvan de muren bont beschilderd waren in zonnebankoranje,
nassaublauw, mintgroen en zuurstokroze. Bezoekers reageerden in meerderheid positief.
Ook de medewerkers waren enthousiast. Voornaamste punt van kritiek was nog ‘de
enorme afstand’ die plots afgelegd moest worden in de kelder; dit was niemand
gewend. Als oplossing voor dit probleem werden de medewerkers van beheer
voorzien van stepjes, waarmee zij zich snel konden verplaatsen. Raymond Waagen,
die kort na de verhuis in het archief kwam werken, staat ‘de vrolijke boel’ die
beneden heerste nog levendig voor de geest. Na enkele (bijna) ongelukken
verdwenen de stepjes echter.
Na alle aanpassingen heeft het nieuwe depot zich de
afgelopen vijftien jaar bewezen als een stabiele en veilige bewaarplaats voor
archiefstukken. Dankzij de zestien kilometer aan plankruimte die het biedt is
het Gemeentearchief Nijmegen in staat geweest uit te groeien tot het Regionaal
Archief Nijmegen, waarin naast de archieven van de gemeente Nijmegen ook de
archieven van de gemeentes Beuningen, Druten, Heumen, Lingewaard, West Maas en
Waal en Wijchen, alsmede die van de voormalige gemeentes Millingen aan de Rijn
en Ubbergen liggen opgeslagen, verrijkt met een keur aan archieven van
particuliere personen en organisaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten